Taalverwarringen tussen Duitse en Nederlandse collega’s – Deel 2

Nog vijf woorden om op te letten

De Duitse taal kan soms verraderlijk zijn. Taalverwarringen tussen Nederlandse en Duitse collega’s of partners liggen op de loer. Woorden die in beide talen op elkaar lijken, maar toch een compleet andere betekenis hebben, kunnen leiden tot misverstanden. In ons vorige blog Deel 1: Taalverwarringen tussen Duitse en Nederlandse collega’s deelden we een aantal van deze woorden.

In dit tweede deel bespreken we nóg vijf taalverwarringen tussen Nederlands en Duits waar je extra op moet letten. Ook deze woorden kunnen voor onverwachte situaties zorgen in je samenwerking met Duitse collega’s. Door je bewust te zijn van deze valkuilen, kun je misverstanden voorkomen en effectiever samenwerken.

1. De termijn

In het Nederlands verwijst ‘termijn’ naar een afgesproken periode, bijvoorbeeld een betalingstermijn. Maar in het Duits is een Termin juist een afspraak, bijvoorbeeld voor een zakelijke meeting of een bezoek aan de dokter. Stel je voor dat je vraagt om een termin voor een factuur – dat kan nogal verwarrend zijn. Zorg dus dat je specifiek bent in je uitleg om dubbele afspraken te voorkomen.

2. De mist

Je kent het wel, die dikke mist waardoor je bijna niets meer ziet. Maar wist je dat Mist in het Duits mest betekent? Of, informeler, gewoon rotzooi? Zeg je dus dat er ‘mist’ op je project zit, dan leidt dat misschien tot een glimlach of tot misverstanden. Handig om dit in je achterhoofd te houden bij serieuze gesprekken!

3. Net

‘Net’ kan in het Nederlands betekenen dat iets zojuist is gebeurd of dat het netjes is. In het Duits betekent Netz echter een netwerk, zoals een internetnetwerk, of een fysiek net, zoals een visnet. Vooral in technische of IT-discussies kan dit tot verwarring leiden. Zorg daarom dat je je context helder maakt.

4. Mag

Je wilt aangeven dat iets is toegestaan en gebruikt het woord ‘mag’. In het Duits betekent ich mag echter dat iemand iets leuk of lekker vindt. Wil je aangeven dat iets is toegestaan, gebruik dan het Duitse ich darf. Dit verschil kan vooral in gesprekken over regels en voorkeuren een valkuil zijn.

5. Popelen

In Nederland gebruik je ‘popelen’ om aan te geven dat je ergens enthousiast naar uitkijkt. Maar let op! In Duitsland betekent popeln iets heel anders, namelijk neuspeuteren! Wil je een Duitse collega enthousiast maken, zoek dan een andere uitdrukking om te voorkomen dat je vreemde blikken krijgt.

Voorkom verwarring en versterk je samenwerking

Taalverwarringen zoals deze zijn vaak onschuldig, maar kunnen gemakkelijk leiden tot ongemakkelijke momenten of misverstanden. Door bewust om te gaan met deze verschillen zorg je niet alleen voor heldere communicatie, maar versterk je ook de samenwerking met je Duitse collega’s.

Leer effectief communiceren met onze trainingen

Ben je benieuwd hoe je jouw communicatie naar een hoger niveau tilt? Overweeg dan een taaltraining Zakelijk Duits waarin je niet alleen de taal leert, maar ook de culturele nuances die essentieel zijn voor een succesvolle samenwerking.  Wil je daarnaast meer inzicht in de Duitse zakelijke cultuur? Onze cultuurtrainingen verzorgd door onze zusterorganisatie Mazzi-Inc. helpen je verder op weg naar een effectieve en succesvolle internationale samenwerking.

Meer weten?

Lees ook ons vorige blog, Deel 1 van deze serie, voor meer taalverwarringen en praktische tips. Of neem vrijblijvend direct contact met ons op – samen maken we internationale samenwerking effectiever en eenvoudiger! 😊


My LPOnline